Martin M Aart de Jong, dichter

dinsdag 6 februari 2018

Pasta


Y basta.

De stomme hoop dat het iets worden zou. Die letters op dat bleke vel.
En dan die zon. Die lukt het wel om dagen om te keren in het licht.
Om niet te worden weg gegrist door vlugge vingers. Ongeduld.
Altijd maar ongeduld. Altijd maar naar de sterren reiken.

Altijd maar schrijven. Dagelijks schrijven. Zoeken naar
het laatste woord gekleed in nonchalante pakken.
Open boord. Je hart iets laten zakken. Lager nog.
De knopen moeten knoppen worden. Barsten

in de lila lente. Gekookt als pasta die al dente
wordt opgediend. Woorden zoek je. Warme woorden.
Maar je hebt een kamer op het noorden. Het is koud.
Je schrijft gedichten in de cloud en niemand leest ze
in dit woud van gonzende miljoenen. Je hebt een saus
van rode woede. Wie niet leest die moet maar bloeden.

Martin M Aart de Jong

maandag 5 februari 2018

En nu


En nu



al zoveel tijd verkloot al jarenlang

steeds buitenboord gehangen en het schip

slechts half verlaten nu het lijkt of ik verdrinken

zal, wat moet ik nog met al die onbenutte tijd



zal ik nu zelf gaan varen en de koers bepalen?

Het is een kloteschip. Het lekt en roest.

En bij een woeste zee vraag je bij iedere golf

of God je wil behoeden voor de haaien.



Je hijst een doodskop in de mast.

Je pakt het roer zo stevig vast

als je maar kan. Je klokt een blik

spinazie leeg. Zet tatouages



op je armen. Het is nu of nooit.

Op volle zee met volle kracht

En voor niemand nog genade.



Martin M Aart de Jong

zondag 4 februari 2018

Wie

Je zou het vals sentiment kunnen noemen. Schijnverdriet ingelegd met het zuur van het besef van je eigen vergankelijkheid. En daar bovenop het lot van de dichter die sterft op een leeftijd die je weliswaar niet als uiterst jong kunt beschouwen, maar zeker als veel te jong om zich te scheiden van de levenden. Menno Wigman was een dichter die ik graag las. Gretig zelfs. Je kende de formule wel. Maar de dynamiek bleef boeien. En het was altijd verrassend waar hij nu weer mee zou komen. En wachten. Het was wachten. Op een nieuwe bundel. Vol gedichten met krachtdadige regels die op je inhamerden. Die bleven hangen in je hoofd en voort woekerden in je verbeelding. Ik baal er gewoon van. Ook vandaag is Menno Wigman dood.




Wie?

Wie heeft je dagen afgedaan de tijd verstopt
in oude kranten en een slecht gedicht geschreven
met je naam erop? Wie heeft een eeuw bedolven
onder kilo’s cliché knispersneeuw? Het neonlicht


plots aangeknipt zodat de massa mee kon lezen
wat je levend had geschreven? Wie heeft je hart
er uitgescheurd, de tijd verbrand als smeltend rubber
in een tarzanbocht op het circuit van een Grand Prix


de motor brullend uitgekotst wie heeft die vlammenzee
toch opgehoest van winkelstraten vol met copyrettes
en steden zwart van kaviaar? Wie heeft een generatie
leren zwijgen, passers door een lip geduwd en boekjes


vol met vast geniete vrouwen in een donker bos gepleurd?
En wie, wie heeft dat leven afgelopen en is zo vroeg
zo vroeg en ongevraagd al in jouw graf gekropen?
Wie is die God, wie slaat hem lam? Wie zegt nu: ¡No Pasarán!


Martin M Aart de Jong

donderdag 1 februari 2018

Je valt niet

Je valt niet. Je zweeft.
Tussen hemel en aarde.
Tussen je tanden zweeft je tong.
Tussen het plafond en de vloer
Zweef je fracties van seconden.

Er is een voortdurende beweging
Je voorover gebogen houding
Die je in duikstand catapulleert
Er is nog een laatste adem.

Er is nog.

Martin M Aart de Jong